Ook wij maken gebruik van cookies. Als je doorgaat, geef je aan akkoord te gaan met onze Privacy Policy.

Soortenbeschermingsprogramma

Het Soortenbeschermingsprogramma Antwerpse haven (SBP) is een programma om 90 beschermde soorten in het Antwerps havengebied en de daarmee verbonden habitats optimaal te beschermen. Het SBP omvat 125 maatregelen (inrichting, beheer, monitoring) die gedurende de periode 2015-2019 zullen worden uitgevoerd.

In het SBP zijn zeven havenspecifieke habitats opgenomen. Havenspecifieke habitats zijn habitats die specifiek verbonden zijn aan het havengebied en er dan ook geregeld voorkomen. Volgende lijst geeft een opsomming van de aanwezige havenspecifieke habitats:

  • Pioniersvegetaties type II (opgespoten terreinen met zeer ijle begroeiing)
  • Droge graslanden en ruigtes
  • Natte graslanden en depressies op opgespoten terreinen
  • Struweel en bos op kalkhoudend substraat
  • Riet en moeras
  • Eutroof water en diepe waterplassen
  • Gebouwen en droge infrastructuur

Plaats voor verschillende soorten

In het SBP zijn tevens 90 beschermde soorten opgenomen. Daarbij kan ook een onderscheid gemaakt worden tussen havenspecifieke en niet-havenspecifieke soorten. Havenspecifieke soorten zijn sterk verbonden aan de havenspecifieke habitats. Niet-havenspecifieke soorten zijn er niet perse aan verbonden, maar kunnen er wel in voorkomen. In het SBP werden 51 havenspecifieke en 39 niet-havenspecifieke beschermde soorten opgenomen.

Het SBP is opgebouwd rond 14 zogenaamde paraplusoorten. De overige 76 soorten zijn de meeliftende soorten. Een paraplusoort is een concept waarbij er van wordt uitgegaan dat de getroffen inrichtings- en behoudsmaatregelen ook gunstig zijn voor de andere, meeliftende soorten die in hetzelfde habitat voorkomen. De meeliftende soorten ‘liften’ dus mee onder de paraplu van maatregelen voor de paraplusoort.

Aan elke paraplusoort zijn doelstellingen en specifieke maatregelen verbonden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de paraplusoorten, de doelstellingen en de status in 2014. Een vinkje geeft aan dat de doelstellingen bereikt worden; een kruisje geeft aan dat de doelstellingen nog niet behaald werden en dat extra maatregelen nodig zijn; een streepje geeft aan dat de doelstellingen niet worden gehaald in permanent EIN, maar wel als het tijdelijk EIN mee wordt opgenomen.

Overzicht van de doelstellingen per paraplusoort

Legende voor het lezen van de tabel

  • Een vinkje geeft aan dat de doelstelling bereikt werd.
  • Een streepje geeft aan dat de doelstelling enkel nog maar bereikt wordt als het tijdelijk EIN meegerekend wordt.
  • Een kruisje wil zeggen dat de doelstelling nog niet bereikt wordt of dat er nog meer onderzoek nodig is.

Paraplusoort Doelstellingen SBP Status in 2014
Blauwborst 50-60 broedparen
  9‐27 ha rietmoeras (bij doelstelling bruine kiekendief)  
   65-79 ha open water (bij doelstelling bruine  kiekendief)  
Bruine kiekendief 8 broedparen x
  89‐107 ha rietmoeras x
  89‐107 ha open water
Bruin blauwtje 224 ha droge schrale graslanden binnen en 11  ha buiten havengebied x
Gierzwaluw 2 kolonieplaatsen op RSO
Groenknolorchis Behoud populatie Haasop
  Potenties creëren voor een 2de populatie x
Huiszwaluw 4 kolonieplaatsen op LSO en RSO
Meervleermuis Duurzaam creëren van zomerverblijfplaatsen x
  1 kolonieplaats van elk type (gebouw en boomholte) op RSO en op LSO x
  1 winterverblijfplaats x
  Connectiviteit tussen foerageergebieden onderling en tussen foerageergebieden en zomerkolonies x
Moeraswespenorchis 6 groeiplaatsen
  Elke groeiplaats min. 1 ha x
Oeverzwaluw 1000 broedparen gespreid over LSO en RSO  met minimum van 600 bp op LSO x
Rugstreeppad Minimum 800 adulten op LSO x
  4 permanente kerngebieden met daarin  telkens minimaal 1 deelpopulatie van 200  adulte dieren x
Slechtvalk 5‐6 broedparen op LSO en RSO x
Visdief Hoogkwalitatieve broedplaats op LSO en tijdelijke broedlocatie op RSO
Wit bosvogeltje Behoud huidige zone van voorkomen
  Bijkomende habitat creëren van 10ha x
Zwartkopmeeuw 1 broedlocatie op RSO en 1 broedlocatie op  LSO

Monitoring van het SBP

Jaarlijks worden de doelstellingen van het SBP geëvalueerd. Om dat te kunnen doen worden de populaties van de soorten uit het SBP uitvoerig opgevolgd. De nadruk ligt daarbij in eerste instantie op de paraplusoorten, maar ook voor heel wat meeliftende soorten wordt een monitoring op touw gezet.

Hieronder vind je de rapporten van de opvolging van de soorten uit het SBP:
Referentierapport 2014
Soortenbeschermingsprogramma Antwerpse Haven monitoringrapport 2015
Soortenbeschermingsprogramma Antwerpse Haven monitoringrapport 2016
Soortenbeschermingsprogramma Antwerpse Haven monitoringrapport 2017
Soortenbeschermingsprogramma Antwerpse Haven monitoringrapport 2018
– Soortenbeschermingsprogramma Antwerpse Haven monitoringrapport 2019
– Soortenbeschermingsprogramma Antwerpse Haven monitoringrapport 2020
– Soortenbeschermingsprogramma Antwerpse Haven monitoringrapport 2021
Soortenbeschermingsprogramma Antwerpse Haven monitoringrapport 2022

Contact
Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen
Johan Baetens
Tim Vochten
Niels De Strooper
Bauke Lenaerts
Filip Avonds
Meer over dit project
Blijf op de hoogte

Onze natuurgebieden